Citaten 5571 t/m 5580 van 10477.
-
De gelukkige man is hij die, arm of als een niemand geboren, zich geleidelijk naar rijkdom en aanzienlijk toewerkt en, nadat hij ze verkregen heeft, sterft voordat hij merkt dat ze eigenlijk niet zoveel moeite de waard waren.
Origineel:The fortunate man is he who, born poor, or nobody, works gradually up to wealth and consideration, and, having got them, dies before he finds they were not worth so much trouble.
Bron: Christie Johnstone (1853) ch. I -
De geneugten van het moederschap komen nog niet zo duidelijk naar voren tijdens de eerste paar weken van een baby's leven.
Origineel:The joys of motherhood are not excessively apparent during the first few weeks of a baby's life.
Bron: Testament of Friendship (1940) -
De geschiedenis der volken wordt niet zozeer bepaald door het gemiddeld peil hunner leden als wel door de superieure elementen, superieur naar geest en naar karakter.
Bron: Sociale Ethiek -
De geschiedenis is niet een zelfmoordbriefje, maar juist een beschrijving van onze overleving.
Origineel:History is not a suicide note - it is a record of our survival.
Bron: The Stone Gods (2007) -
De geschiedenis is niet hatelijk.
Origineel:History is not hatred.
-
De gevangene is niet degene die een misdaad heeft begaan, maar degene die zich aan zijn misdaad vastklampt en die keer op keer beleeft.
Origineel:The prisoner is not the one who has commited a crime, but the one who clings to his crime and lives it over and over.
Bron: Sexus: The Rosy Crucifixion I (2007) 341 -
De gewone man is een anarchist. Hij wil doen wat hij wil. Hij wil misschien dat over zijn buurman wordt geregeerd, maar hij wil zelf niet geregeerd worden. Hij is Spaans benauwd voor overheidsfunctionarissen en politieagenten.
Origineel:The ordinary man is an anarchist. He wants to do as he likes. He may want his neighbour to be governed, but he himself doesn't want to be governed. He is mortally afraid of government officials and policemen.
Bron: Toespraak in New York, 11-04-1933― George Bernard Shaw
Iers-Engels schrijver, criticus en Nobelprijswinnaar literatuur (1925) (1856 - 1950) -
De goden sterven - maar de god in de mens, die rebelleert tegen het lelijke, het vergankelijke, het vulgaire, sterft niet.
Origineel:Die Götter sterben – aber der Gott im Menschen, der sich auflehnt gegen das Häßliche, Verderbliche, Gemeine, der stirbt nicht.
Bron: Aphorismen und Schlagsätze aus dem Nachlaß (1897) -
De Godsdienst helpt mij niet. Het geloof dat anderen hechten aan het ongeziene, hecht ik aan wat je kan aanraken en bekijken.
-
De goede mens bekommert zich niet over de blaam der slechten.
De beste niet-wetenschappers citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 558)