Citaten uit Cahiers van Montesquieu

  • Vrijheid is het recht om alles te doen wat de wet toestaat.
  • Men moet veel gestudeerd hebben om weinig te weten.
  • Als de wetgevende macht verenigd is met de uitvoerende macht in een persoon of in een bestuurlijk lichaam, dan is er geen vrijheid, omdat men moet vrezen dat dezelfde monarch of senaat die tirannieke wetten uitvaardigt ze ook tiranniek zal uitvoeren.
  • Ik houd van de boeren; ze weten niet genoeg om verkeerd te redeneren.
  • Wanneer de dood de mensen gelijk heeft gemaakt, moest de begrafenis er geen verschil in brengen.
  • Met moet een onderwerp niet zozeer uitputten, dan men niets  aan de lezer overlaat. Het gaat er niet om, te doen lezen, maar te doen denken.
  • Een staat door wapengeweld gesticht, moet zich door wapengeweld handhaven.
  • De ervaring heeft geleerd dat de hoofden der grootste mannen krimpen wanneer zij bij elkaar komen en dat waar de meeste wijzen zijn, er de minste wijsheid is.
  • Extreme gehoorzaamheid veronderstelt onwetendheid bij degene die gehoorzaamt.
  • De moraal zorgt altijd voor betere burgers dan de wetten.
  • Onwetendheid is de moeder van de traditie.
  • In geen koninkrijk hebben zoveel oorlogen gewoed als in dat van Christus.
  • Men moet de vooroordelen van zijn tijd goed kennen, om er geen aanstoot aan te geven en ze niet te zeer te volgen.
  • Het gaat er niet om dat wordt aangezet tot lezen, maar tot denken.
  • Het heeft niet veel zin om te laten zien wat je weet; maar het duurt lang om te leren wat je niet weet.
  • Bij het regeren komt het vooral hierop aan, te weten hoeveel macht, groot of klein, wij in alle omstandigheden moeten gebruiken.
  • Het succes hangt er meestal van af, of men weet hoe veel tijd het vereist om te slagen.
  • De meeste mensen zijn meer in staat tot grote dan tot goede daden.
  • Iets is niet juist omdat het de wet is; maar het moet de wet zijn, omdat het juist is.
  • Degene die de wetten handhaaft, moet ook eraan onderworpen zijn.
+17

Citaten 1 t/m 5 van 5.

  • We prijzen mensen in verhouding tot de waardering die ze voor ons hebben.
    Origineel: Nous louons les gens à proportion de l'estime qu'ils ont pour nous.
    Bron: Cahiers I, p. 502
    Montesquieu
    - +
    +3
  • Men moet de vooroordelen van zijn tijd goed kennen, om er geen aanstoot aan te geven en ze niet te zeer te volgen.
    Origineel: Il faut bien connaître les préjugés de son siècle, afin de ne les choquer pas trop, ni trop les suivre.
    Bron: Cahiers IV, XVIII
    Montesquieu
    - +
    +2
  • Het zijn niet artsen die we missen, maar medicijnen.
    Origineel: Ce n'est pas les médecins qui nous manquent, c'est la médecine.
    Bron: Cahiers
    Montesquieu
    - +
    +1
  • Wat niet nuttig is voor de zwerm, is niet nuttig voor de bij.
    Origineel: Ce qui n'est point utile à l'essaim, n'est point utile à l'abeille.
    Bron: Cahiers
    Montesquieu
    - +
    +1
  • Geestesontwikkeling haten en er te veel werk van maken; twee dingen die een vorst moet vermijden.
    Origineel: Haïr l'esprit et en faire trop de cas, deux choses qu'un prince doit éviter.
    Bron: Cahiers XVII
    Montesquieu
    - +
     0
De beste Cahiers van Montesquieu citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Montesquieu

Charles de Secondat, baron de La Brède et de Montesquieu (1689-1755) was een Frans filosoof. Hij wordt beschouwd als een van de grondleggers van de sociologie en als een van de belangrijkste filosofen van de Verlichting.

De huidige politieke inrichting van westerse democratieën is mede gebaseerd op ideeën van hem en John Locke. Belangrijk hierbij is zijn idee van de scheiding der machten.
Montesquieu maakt onderscheid tussen drie staatsvormen: de monarchie (macht bij de vorst en hogere standen), de despotie (macht bij één persoon) en de republiek. De republiek is zelf weer verdeeld in democratie (macht bij het volk) en aristocratie (macht bij de adel). Zelf vindt hij de aristocratische bestuursvorm de beste, met Engeland als voorbeeld. De hoogste macht is in handen van een zeker aantal personen (adel en hoge burgerij) met regels om machtsmisbruik te voorkomen. Zij maken de wetten en laten die uitvoeren.

Montesquieu gaat als een van de eersten te werk als een socioloog. Hij doet aan empirisch onderzoek en is uitermate nieuwsgierig. Zo reist hij de wereld over, om na te gaan wat voor verschillende manieren van regeren er bestaan. Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat ieder volk zo zijn eigen staatsvorm heeft, afhankelijk van de omstandigheden (het klimaat, de grond, gewoonten, religie etcetera).
Er zit een zeker cultuurrelativisme in zijn teksten. Wat voor de één goed is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Overigens is zijn aanpak niet ‘wetenschappelijk’ naar huidige maatstaven, maar vaak erg speculatief.

Bron Wikipedia