Over Ovidius
Ovidius, voluit Publius Ovidius Naso, behoort samen met Vergilius, Horatius, Propertius en Tibullus tot de grote dichters uit het Augusteïsche tijdvak. Samen met de eerste twee wordt hij beschouwd als de canonieke dichters van de Latijnse literatuur.
Ovidius' poëzie staat bekend om zijn speelse en vernieuwende karakter, vooral in de manier waarop wordt omgegaan met traditionele verhalen en genres. Zijn bekendste werken zijn de Metamorphosen, een mythologisch epos; de Heroides, een verzameling brieven van, voornamelijk, mythologische vrouwen aan hun minnaars; de Ars Amatoria, een leerdicht over verleidingstechnieken; en de Amores, een verzameling elegieën.
Ovidius werd geboren op 20 maart 43 v.Chr. uit een welgestelde ridderfamilie te Sulmo, nu het stadje Sulmona in de Abruzzen, op 100 km ten oosten van Rome. In een politieke of juridische carrière had Ovidius helemaal geen interesse, maar des te meer voor literatuur, tot ongenoegen van zijn vader, die het niet eens was met zijn literaire aspiraties. Niettemin debuteerde hij op 18-jarige leeftijd met zijn Amores, en maakte al vroeg naam als minnedichter, één van de vele groten tijdens de "gouden eeuw" van keizer Augustus. Zijn vertelkunst inspireerde Torquato Tasso, Chaucer, John Milton en Vondel.
Bron Wikipedia
Bestel Ovidius boeken bij bol.com:
Citaten 1 t/m 6 van 6.
-
Als Jupiter telkens als de mensen zondigden zijn bliksem slingerde, was hij in korte tijd zijn wapen kwijt.
Tristia 2, 33― Ovidius -
Mensen waarderen een goede daad niet tenzij deze een beloning oplevert.
― Ovidius -
De mensen hebben ons kwellende wetten gegeven; wat de natuur toelaat, verbiedt het afgunstige recht.
Metamorfosen 10, 329― Ovidius -
Door geschenken neemt men mensen en goden voor zich in.
Origineel:Munera capiunt homines deosque.
― Ovidius -
O wat een duisternis heerst in der mensen geest!
Origineel:Proh superi! Quantum mortalia pectora cactee I noctis habent!
― Ovidius