Citaten uit Im Paradiese van Paul Heyse

Citaten 1 t/m 1 van 1.

  • Jullie mannen zijn meesters in wanhoop,
    wij vrouwen in hoop.
    Origineel: Ihr Männer seid Meister im Verzweifeln, Wir Frauen im Hoffen.
    Bron: Im Paradiese (1875)
    Paul Heyse
    - +
     0
De beste Im Paradiese van Paul Heyse citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Over Paul Heyse

Paul Johann Ludwig von Heyse (Berlijn, 15 maart 1830 — München, 2 april 1914) was een Duits schrijver en essayist.

Hij was een voorbeeldig scholier op het Friedrich-Wilhelm-Gymnasium en kwam in zijn jeugd met veel kunstzinnige figuren in contact. Reeds tijdens zijn schooltijd frequenteerde hij literaire salons in Berlijn, en dankzij zijn mentor, Emanuel Geibel, legde hij vele contacten. Tijdens zijn studie werd hij lid van het dichtercollectief Tunnel über der Spree, dat zich rond Fontane en Storm concentreerde.
Het werk van Heyse heeft een merkwaardige receptie gekend: in zijn tijd was hij de onbetwiste meester der Duitse letteren. Hij speelde geregeld gastheer voor 'mindere goden', zoals Fontane en Storm, die oprecht naar hem opkeken. Daarnaast schijnt hij op het vrouwelijk publiek een bijzondere aantrekkingskracht uitgeoefend te hebben. De Nobelprijs zou derhalve de bekroning van een legendarische carrière geweest moeten zijn. Desondanks gingen reeds in 1885 kritische stemmen op: Michael Georg Conrad, een naturalistisch schrijver, was Heyses grootste rivaal, en deze bestempelde Heyses manier van schrijven resoluut als verouderd.
De zeventig toneelstukken van Heyse, misschien met uitzondering van Colberg, zijn na zijn dood in ijltempo in de vergetelheid geraakt; ook zijn novellen, die rond de eeuwwisseling alomtegenwoordig waren en vaak verplichte schoollectuur leverden, worden, wellicht al sinds het interbellum, nauwelijks nog gelezen. Waar de markt aan het begin van de twintigste eeuw met Heyse overspoeld werd en zijn gedichten door tientallen verschillende componisten op muziek werden gezet, besteedt tegenwoordig vrijwel niemand in de literatuurkritiek nog aandacht aan hem, en zijn œuvre wordt als middelmatig en oubollig bestempeld.
In 1910 won hij de Nobelprijs voor Literatuur.

Bron Wikipedia