Citaten van Romeinse wijsheden

Citaten 291 t/m 300 van 1591.

  • Marcus Aurelius Het is belachelijk zijn eigen slechtheid niet te ontvluchten - wat toch mogelijk is - maar wel die van anderen, ofschoon dat onmogelijk is.
    Marcus Aurelius
    Romeins keizer (121 - 180)
    - +
    +15
  • Marcus Aurelius Niet alleen doen, maar ook laten, kan zonde zijn.
    9, 5
    Marcus Aurelius
    Romeins keizer (121 - 180)
    - +
    +15
  • Marcus Tullius Cicero Spaarzaamheid is een belangrijke bron van inkomsten.
    Origineel: Magnum vectigal parsimonia.
    Marcus Tullius Cicero
    Romeins staatsman en schrijver (106 v. Chr. - 43 v. Chr.)
    - +
    +15
  • Marcus Aurelius Volmaaktheid van karakter houdt in dat je zonder beroering, verstarring of huichelarij, iedere dag doorbrengt alsof het de laatste was.
    Marcus Aurelius
    Romeins keizer (121 - 180)
    - +
    +15
  • Augustinus Waarheid komt niet tot ons uit de duisternis, maar uit de zon.
    Augustinus
    Romeins filosoof, theoloog en Kerkvader (354 - 430)
    - +
    +15
  • Marcus Aurelius Waarop de zin van een mens gericht is, dat bepaalt zijn waarde.
    Marcus Aurelius
    Romeins keizer (121 - 180)
    - +
    +15
  • Tacitus Wat de Germanen bijna uniek onder de barbaren maakt, is dat bij hen een man met één vrouw genoegen neemt.
    Tacitus
    Romeins senator en geschiedschrijver (56 - 117)
    - +
    +15
  • Marcus Tullius Cicero Zonder vriendschap is het leven niets waard.
    23, 86
    Marcus Tullius Cicero
    Romeins staatsman en schrijver (106 v. Chr. - 43 v. Chr.)
    - +
    +15
  • Augustinus Alleen de liefhebbende deelneming biedt het middel de mensen te verstaan.
    Augustinus
    Romeins filosoof, theoloog en Kerkvader (354 - 430)
    - +
    +14
  • Marcus Tullius Cicero De ziekte kennen is een hele stap tot genezing.
    Marcus Tullius Cicero
    Romeins staatsman en schrijver (106 v. Chr. - 43 v. Chr.)
    - +
    +14
De beste Romeinse wijsheden citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 30)