Citaten van C. J. Wijnaendts Francken

C. J. Wijnaendts Francken

C. J. Wijnaendts Francken

Nederlands letterkundige en filosoof

Leefde van: 1863 - 1944

Categorie: Filosofen Land: FlagNederland

Geboren: 14 november 1863 Gestorven: 10 april 1944

Citaten 171 t/m 180 van 181.

  • De man is ijdeler, de vrouw behaagzieker.
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
  • De vrouw staat dichter bij de natuur dan de man. Op intuïtief gebied ligt daarin hun kracht, op intellectueel gebied haar zwakheid.
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
  • De vrouw wil op een te grote voet leven, maar op een kleine rondwandelen.
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
  • Een commentator vindt zijn arbeid dikwijls veel belangrijker dan het werk dat hij toelicht.
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
  • Een halve waarheid is gevaarlijker dan een ganse leugen.
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
  • Het blijft - niet een zedelijk vermanende voorspiegeling, maar een psychologisch feit, dat de arbeid te meer voldoening schenkt naarmate hij meer vrucht draagt; maar niet minder, dat die vruchten te meer gewaardeerd worden, naarmate zij meer arbeid en inspanning gekost hebben gelijk ook de genietingen die langs die weg verkregen werden, het diepst in het geheugen gegrift blijven.
    Bron: Sociale Ethiek
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
  • In hare seksegenoten vindt de vrouw strenger en meedogenlozer rechters dan in de man.
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
  • In het heet verlangen naar vereniging van twee minnenden uit zich de levensbegeerte van de nog ongeborene.
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
  • Intuïtieve waarheden worden dikwijls verduisterd door hare opheldering.
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
  • Men ga in zijn beroep op, niet onder.
    C. J. Wijnaendts Francken
    - +
    -1
De beste C. J. Wijnaendts Francken citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 18)

Over C. J. Wijnaendts Francken

Cornelis Johannes Francken werd geboren als zoon van dr. Walraven Francken (1822-1894), predikant te Rotterdam en diens tweede vrouw Maria Wijnaendts (1835-1864), lid van de familie Wijnaendts, tevens dochter van een predikant, in Warnsveld. Uit dit huwelijk werd Cornelis Johannes Francken in 1863 geboren. Zijn moeder stierf twee maanden na de bevalling, waardoor Francken in 1876 de erfenis van zijn grootvader ds. Cornelis Johannes Wijnaendts (1801-1876) ontving, zijnde diens enige erfgenaam. De opvoeding van Cornelis Francken werd toevertrouwd aan Anna Keitel, die overleed in 1875. Na het gymnasium ging hij in 1881 plant- en dierkunde studeren aan de Rijksuniversiteit Utrecht in Utrecht. Tijdens zijn opleiding werkte Francken onder andere samen met Franciscus Donkers en Hugo de Vries. In december 1888 legde hij cum laude het doctoraal examen af.
Na zijn leraarschap studeerde Wijnaendts Francken tussen 1898 en 1902 wijsbegeerte, psychologie en ethiek aan de universiteiten van Jena, Zürich, Berlijn en aan de Sorbonne. In die periode publiceerde hij diverse werken met daarin zijn kijk op de levensvragen.
Sinds 1899 was hij lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1935 stelde hij bij die Maatschappij de Dr. Wijnaendts Francken-prijs in, een literatuurprijs die iedere twee jaar wordt toegekend voor werk op het gebied van essay en literaire kritiek. In 1938 besloot de Maatschappij hem tot erelid te benoemen.