Citaten van Carel Vosmaer

Carel Vosmaer

Carel Vosmaer

Nederlands auteur

Leefde van: 1826 - 1888

Categorie: Schrijvers (Nederlands) | Schrijvers (Hedendaags) Land: FlagNederland

Geboren: 20 maart 1826 Gestorven: 12 juni 1888

Citaten 11 t/m 20 van 33.

  • 't Is niet de vraag al wat in boeken steekt, in 't hoofd te zaamlen, doch of 't daar iets wekt en kweekt.
    Bron: Gedichten (1887)
    Carel Vosmaer
    - +
    +3
  • Het aantrekkelijkst in de mens is zijn vriendelijkheid, maar.... beter stug dan vals.
    Carel Vosmaer
    - +
    +3
  • Geen smartelijker worsteling dan die ener zwakke ziel, die iets begint te voelen van het hogere.
    Carel Vosmaer
    - +
    +2
  • In het rijk der gedachte, welk een onvergankelijke band, die de geesten door eeuwen heen met elkander in gemeenschap doet leven, zonder dat honderden jaren hen kunnen scheiden.
    Bron: Amazone
    Carel Vosmaer
    - +
    +2
  • In het samenleven komt ieders leven tot zijn volle ontplooiing.
    Bron: Amazone
    Carel Vosmaer
    - +
    +2
  • Wij verliezen niet, maar winnen als we ons aan elkander geven.
    Carel Vosmaer
    - +
    +2
  • Als onze argumenten wat al te duidelijk weerlegd worden, worden wij driftig.
    Carel Vosmaer
    - +
    +1
  • Behaagzucht is iets anders dan de begeerte om te behagen; deze is een geoorloofde, natuurlijke drang, en veelszins een plicht.
    Bron: Amazone
    Carel Vosmaer
    - +
    +1
  • De stichting is waar men haar vinden kan. evenals het geluk.
    Bron: Gedenkboek
    Carel Vosmaer
    - +
    +1
  • Dubbel is het genot na het vervullen van een plicht uit liefde.
    Bron: Inwijding
    Carel Vosmaer
    - +
    +1
De beste Carel Vosmaer citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 2)

Over Carel Vosmaer

Carel Vosmaer (Den Haag, 20 maart 1826 – Territet bij Montreux, 12 juni 1888), was een Nederlands auteur en vertaler.

Hij studeerde rechten te Leiden sinds 1844, promoveerde op 18 januari 1851 en vestigde zich als advocaat in zijn geboorteplaats. Van 1853 tot 1856 was hij griffier bij het kantongerecht te Oud-Beijerland, daarna substituut-griffier, eerst bij het Hof in Den Haag, in 1866 bij de Hoge Raad, totdat hij dit ambt neerlegde om verder uitsluitend te leven voor de studie van kunst en letteren.

Vooral zijn 25-jarige betrekking als redacteur van De Nederlandsche Spectator waar hij zijn 'Vlugmaren' onder het pseudoniem Flanor publiceerde is van grote invloed geweest op dit blad en zijn lezers. Onvermoeid werkzaam werd deze geleerde en minzame kenner van kunst en letteren een man van grote betekenis.

Bron Wikipedia