Citaten van Confucius

Confucius

Confucius

Chinees filosoof

Leefde van: 551 v. Chr. - 479 v. Chr.

Categorie: Filosofen Land: FlagChina

Citaten 91 t/m 100 van 164.

  • Een smallere weg komt onvermijdelijk uit op een bredere.
    Confucius
    - +
    +20
  • Onrecht aangedaan worden is niets, tenzij je doorgaat met het je te herinneren.
    Confucius
    - +
    +20
  • Te weten wat men weet en te weten wat men niet weet: dat is kennis.
    Confucius
    - +
    +20
  • Wanneer onze voorvaders de betekenis der heerlijke deugd willen verduidelijken, regelden zij eerst de Staat, wanneer zij de Staat wensten te regelen, begonnen zij met hun familie, wie zijn familie wenste te regelen, begon met zelfvolmaking, wie zelfvolmaking wenste recht te maken streefde naar wijsheid van gedachten, wie naar wijsheid van denken streefde onderzocht alle dingen, wie alle dingen onderzocht heeft komt tot ware kennis.
    Confucius
    - +
    +20
  • De essentie van kennis is om het te gebruiken, als je het hebt, en om het toe te geven als je het niet hebt.
    Confucius
    - +
    +19
  • Een mensenleven in deze wereld is niet meer dan het tijdelijk verblijf van een gehaaste reiziger.
    Confucius
    - +
    +19
  • Superieure mensen zijn zich bewust van rechtvaardigheid, inferieure mensen zijn zich bewust van winst.
    Bron: Analecta IV, XVI
    Confucius
    - +
    +19
  • Een vierspan haalt de tong niet in.
    Confucius
    - +
    +18
  • Het goede erkennen en niet doen is gebrek aan moed.
    Confucius
    - +
    +18
  • De voorname geeft altijd honderd procent.
    Confucius
    - +
    +17
De beste Confucius citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 10)

Over Confucius

Confucius is de gelatiniseerde versie van K'oeng Foe-tse (Meester K'oeng). Eén van China's oudste en meest vereerde filosoof. Confucius stamde uit een verarmde adellijke familie in de staat Loe, het tegenwoordige Sjan-toeng. Zijn vader stierf toen Confucius nog maar twee jaar oud was. Onder bescherming van een invloedrijke patroon kon hij zich bekwamen in boogschieten, wagenmennen, muziek, schrijven, 'ceremoniën' en 'geschiedenis' - de 'zes kunsten' die hij zelf later voor de opvoeding van zijn leerlingen onmisbaar achtte. Confucius maakte zich later verdienstelijk aan het hof van Loe in verschillende ambten: onder andere als administrateur, belastinginner, 'ceremoniemeester', magistraat en minister. De dood van zijn patroon maakte een eind aan deze carrière. Van 492-483 v.C. zwierf hij, vergezeld van een schare aanhangers, van staat tot staat zonder succes zijn diensten aanbiedend en proberend gehoor te vinden voor zijn hervormingsideeën. Teleurgesteld keerde hij in Loe terug. Hij stichtte daar een school van waaruit hij zijn gedachtes en ervaringen overdroeg aan een kring van toegewijde volgelingen. Dit leidde later tot de Confuciaanse school, die een zeer grote rol zou spelen bij het proberen om China's politiek-sociale problemen op te lossen