Citaten van Conrad Busken Huet

Conrad Busken Huet

Conrad Busken Huet

Nederlands schrijver en literatuurcriticus

Leefde van: 1826 - 1886

Categorie: Media | Schrijvers (Nederlands) | Schrijvers (Hedendaags) Land: FlagNederland

Geboren: 28 december 1826 Gestorven: 1 mei 1886

Over Conrad Busken Huet

Conrad Busken Huet (Den Haag, 28 december 1826 – Parijs, 1 mei 1886) was een Nederlands schrijver en literatuurcriticus die een voorname rol heeft gespeeld in de Nederlandse letteren van de 19e eeuw.
Huet kwam uit een hugenotenfamilie en was de zoon van een ambtenaar. Hij ging naar een Franse school en studeerde daarna vanaf april 1844 theologie in Leiden. In die tijd leverde hij enkele bijdragen aan de Studentenalmanak. Na nog een jaar studie in Lausanne (Zwitserland) werd hij Waals predikant in de Waalse kerk te Haarlem van december 1850 tot begin 1862. Hij stichtte het maandblad La Seule Chose Nécessaire (1856-1857).
Huet zag literatuur als een uiting van beschaving; hij vond dat aan de kwaliteit van de literatuur van een maatschappij de stand van de beschaving af te lezen viel. Huet vergeleek in zijn literaire kritieken de boeken van Nederlandse schrijvers vaak met de door hem hoger gewaardeerde literatuur uit landen als Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Hij leverde vlijmscherpe kritiek, soms op spottende toon geschreven, ook en vooral op gevestigde schrijvers, zoals Willem Bilderdijk en Jacob Cats. Hij kreeg zo de bijnaam 'de beul van Haarlem'.

Hij maakte te veel vijanden in literaire kringen door op rechtlijnige wijze met zijn scherpe kritiek zijn tegenstanders af te maken. Huet was telkens verwonderd over de opschudding die zijn geschriften veroorzaakten, want hij zag deze als een middel om de Nederlandse literatuur op een hoger niveau te brengen. Deze miskenning door het thuisfront heeft hij nooit kunnen accepteren.

Bron Wikipedia

Boeken van Conrad Busken Huet

  • Meent niet, dat ge de mens verbeteren kunt, als ge niet eerst het goede in hem erkent.
  • In geen ander tijdperk hunner geschiedenis, ook niet in het heetst der hoeksch-kabeljauwsche burgertwisten, hebben Nederlanders tegen Nederlanders zulk een kannibaalschen aard ten toon gespreid.
  • De kunst zegt meer tot de geest dan de natuur.

Citaten 1 t/m 8 van 8.

  • Het is met ons humeur als met een toneelkijker; al naarmate men door de kleine of grote glazen staart, zwellen de voorwerpen of krimpen ze in.
    Conrad Busken Huet
    - +
    +2
  • Meent niet, dat ge de mens verbeteren kunt, als ge niet eerst het goede in hem erkent.
    Conrad Busken Huet
    - +
    +1
  • Wie de kunst verstaat het goede in de menselijke natuur op te wekken en te laten spreken, kan grote dingen doen, ook in een kleine kring.
    Conrad Busken Huet
    - +
    +1
  • Dat wij beschaamd kunnen staan in eigen ogen, is één der aderwerken van onze natuur.
    Conrad Busken Huet
    - +
     0
  • De kunst zegt meer tot de geest dan de natuur.
    Conrad Busken Huet
    - +
     0
  • De sereniteit is de triomf van de antieke kunst.
    Conrad Busken Huet
    - +
     0
  • De ware schoonheid verenigt steeds en noodzakelijk in zich zovele elementen van waarheid en deugd, dat wie gene dient deze niet verloochenen kan.
    Conrad Busken Huet
    - +
     0
  • In geen ander tijdperk hunner geschiedenis, ook niet in het heetst der hoeksch-kabeljauwsche burgertwisten, hebben Nederlanders tegen Nederlanders zulk een kannibaalschen aard ten toon gespreid.
    Het land van Rembrand (1882-1884) p. 49
    Conrad Busken Huet
    - +
     0
De beste Conrad Busken Huet citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net.

Vraag en antwoord

Wat zijn de beroemdste citaten van Conrad Busken Huet?

De twee beroemdste citaten van Conrad Busken Huet zijn:

  • "Het is met ons humeur als met een toneelkijker; al naarmate men door de kleine of grote glazen staart, zwellen de voorwerpen of krimpen ze in."
  • "Meent niet, dat ge de mens verbeteren kunt, als ge niet eerst het goede in hem erkent."

Wanneer leefde Conrad Busken Huet?

Conrad Busken Huet is geboren in 1826 en gestorven in het jaar 1886.