Citaten van Friedrich Nietzsche

Friedrich Nietzsche

Friedrich Nietzsche

Duits dichter en filosoof

Leefde van: 1844 - 1900

Categorie: Filosofen | Dichters (Hedendaags) Land: FlagDuitsland

Geboren: 15 oktober 1844 Gestorven: 25 augustus 1900

Citaten 31 t/m 40 van 411.

  • Slangen die niet van huid kunnen verwisselen, gaan te gronde. Evenzo de geesten die men verhindert van mening te veranderen: zij houden op geest te zijn.
    Origineel: Die Schlange, welche sich nicht häuten kann, geht zugrunde. Ebenso die Geister, welche man verhindert, ihre Meinungen zu wechseln; sie hören auf, Geist zu sein.
    Bron: Morgenröthe (1887)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +71
  • Geloof me, om de meeste vrucht en het grootste plezier van je leven te hebben moet je gevaarlijk leven.
    Origineel: Glaubt es mir - das Geheimnis um die grösste Fruchtbarkeit und den grössten Genuss vom Dasein einzuernten, heisst: gefährlich leben!
    Bron: Die fröhliche Wissenschaft
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +70
  • Als de deugd geslapen heeft, zal zij frisser opstaan.
    Origineel: Wenn die Tugend geschlafen hat, wird sie frischer aufstehen.
    Bron: Menschliches, Allzumenschliches
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +67
  • Sommige mannen hebben gezucht omdat men er met hun vrouw vandoor was gegaan, de meesten echter omdat niemand er met de hunne vandoor wilde gaan.
    Origineel: Einige Männer haben über die Entführung ihrer Frauen geseufzt, die meisten darüber, daß niemand sie ihnen entführen wollte.
    Bron: Menschliches, Allzumenschliches
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +67
  • Zo sprak tot mij een vrouw: 'Zeker, ik brak het huwelijk, maar eerst brak het huwelijk mij!
    Origineel: So sprach mir ein Weib: "Wohl brach ich die Ehe, aber zuerst brach die Ehe - mich!"
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra (1885)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +67
  • Welk kind heeft geen reden om over zijn ouders te huilen?
    Origineel: Welches Kind hätte nicht Grund über seine Eltern zu weinen?
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +66
  • Men beloont een leraar slecht als men steeds zijn leerling blijft.
    Origineel: Man vergilt seinem Lehrer schlecht, wenn man immer nur der Schüler bleibt.
    Bron: Ecce Homo (1888)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +65
  • Men hoort slechts die vragen, waarop men in staat is antwoord te geven.
    Origineel: Man hört nur die Fragen, auf welche man imstande ist, eine Antwort zu geben.
    Bron: Die fröhliche Wissenschaft
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +64
  • Als er geen liefde of haat meespeelt, speelt de vrouw middelmatig.
    Origineel: Wo nicht Liebe oder Haß mitspielt, spielt das Weib mittelmäßig.
    Bron: Voorbij goed en kwaad (1886)
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +63
  • Ik houd van de mens die kwistig omgaat met zichzelf, die geen dank wil en niet geeft omdat hijzelf iets kreeg: immers hij schenkt voortdurend en is niet zuinig op zichzelf.
    Origineel: Ich liebe den, essen Seele sich verschwendet, der nicht bank haben will und nicht zurückgibt; denn er schenkt immer und will sich nicht bewahren.
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +62
De beste Friedrich Nietzsche citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 4)

Over Friedrich Nietzsche

Nietzsche werd in 1844 geboren in een dorpje nabij Leipzig. Hij groeide op in een zeer vroom gezin: zijn vader was dominee en zijn moeder kwam uit een domineesfamilie. Na de dood van zijn vader in 1849 verhuisde Nietzsche met zijn moeder en zusje naar Naumburg, alwaar hij in 1854 naar het gymnasium ging. In 1864 begon hij met studeren aan de universiteit van Bonn. Al tijdens zijn schooltijd had Nietzsche een grote belangstelling voor de klassieke oudheid. Aan de universiteit van Leipzig leerde hij het werk van Schopenhauer kennen, die een grote invloed op Nietzsche heeft gehad. Nietzsche werd in 1870 gevraagd hooglereaar in de klassieke filologie te worden aan de universtiteit van Basel. Door een verslechterende gezondheid was hij in 1877 genoodzaakt te stoppen met werken. De toelage die hij ontving van de universiteit stelde hem desondanks in staat om aan zijn boeken te werken. Op 45 jarige leeftijd, stortte hij, tijdens een verblijf in een pension in Turijn, geestelijk in. Hij leek ieder besef van realiteit verloren te hebben. Tot zijn dood in 1900 bleef hij in deze toestand: hij zou niet meer genezen. Dat zijn zuster Elizabeth, een fervent nationaal-socialist, hierdoor verantwoordelijk werd voor zijn nalatenschap heeft zijn imago geen goed gedaan.