Citaten van Horatius

Horatius

Horatius

Romeins dichter

Leefde van: 65 v. Chr. - 8 v. Chr.

Categorie: Dichters (Hedendaags) Land: FlagRome

Citaten 141 t/m 150 van 178.

  • Vrienden staan laag genoteerd, als goede mensen iets nodig hebben.
    Bron: Epistulae I, 12, 24
    Horatius
    - +
    +2
  • Wanneer de vaten tot de bodem geleegd zijn, verdwijnen de vrienden.
    Bron: Oden 1, 35, 26
    Horatius
    - +
    +2
  • Wanneer ik tracht bondig te zijn, word ik onduidelijk.
    Origineel: Brevis esse laboro, obscures fio.
    Bron: Ars poetica
    Horatius
    - +
    +2
  • Welke kust kent ons bloed niet?
    Horatius
    - +
    +2
  • Wie het lot geeft, wat genoeg is, wense niets meer.
    Bron: Epistulae I, 2, 46
    Horatius
    - +
    +2
  • De roem sleept achter haar stralende zegekar niet minder onbekenden dan edelen voort.
    Bron: Satirae I, 6, 23
    Horatius
    - +
    +1
  • De schilder en poëet ontfingen beide een maght, van alles te bestaen wat elck zich dienstigh ancht.
    Bron: Ars poetica 9
    Horatius
    - +
    +1
  • De waarheidlievende Bacchus legt het omhulde hart bloot.
    Bron: Satirae I, 4, 89
    Horatius
    - +
    +1
  • Den kleine voegt het kleine.
    Bron: Epistulae 1, 7, 44
    Horatius
    - +
    +1
  • Dit zij een onwrikbare muur; zichzelf geen kwaad bewust zijn, om geen schuld behoeven te verbleken.
    Bron: Epistulae 1, 1, 60
    Horatius
    - +
    +1
De beste Horatius citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 15)

Over Horatius

Horatius werd geboren op 8 december 65 v.Chr. Zijn vader, Flaccus, was een vrijgelaten gemeenteslaaf in de Romeinse kolonie Venusia, zijn moeder is niet bekend, waarschijnlijk stierf ze bij of kort na zijn geboorte. Op zijn tiende ging hij met zijn vader naar Rome. Daar kreeg hij een uitstekende opvoeding.In 45 v.Chr. ging hij naar Athene, om zich er te verdiepen in de Griekse cultuur en de wijsbegeerte. Daar ontmoette hij Marcus Brutus, die pas Caesar had vermoord en daar jonge Romeinse soldaten aan het ronselen was voor de strijd tegen Octavianus en Antonius. Hij sloot zich bij hem aan en nam deel aan de veldslag bij Philippi in 42 v.Chr., die werd verloren. Dankzij amnestie kon hij naar Rome terugkeren, waar intussen zijn vader overleden was en zijn erf verbeurd verklaard was. Zijn literair talent werd snel opgemerkt, en rond 38 v.Chr. werd hij opgenomen in de literaire kring rond Maecenas. Deze schonk hem in 33 v.Chr. een landgoed in de Sabijnse bergen. Daar zou hij zich bijna voor de rest van zijn leven bezighouden met zijn poëzie. In 8 v.Chr. stierf Maecenas, en enkele maanden later, op 27 november 8 v.Chr. overleed Horatius ook. Hij werd begraven naast Maecenas en liet zijn bezittingen aan de keizer na.