Julien de Valckenaere
Vlaams aforismenschrijver
Leefde van: 1898 - 1958
Categorie: Schrijvers (Belgisch) | Schrijvers (Hedendaags) Land: België
Geboren: 26 februari 1898 Gestorven: 22 mei 1958
Over Julien de Valckenaere
Julien De Valckenaere (Gent, 26 februari 1898 - 22 mei 1958) was een Belgisch auteur van aforismen en onderwijsinspecteur.
Geboren in een Gentse volkswijk als zoon van de modelmaker Edmond De Valckenaere, terwijl zijn moeder fabriekswerkster was, behaalde De Valckenaere in 1918 het diploma van onderwijzer aan de Rijksnormaalschool in Gent. Hij promoveerde daarna tot licentiaat in de pedagogische wetenschappen aan de RUG.
Aanvankelijk onderwijzer in het stedelijk onderwijs, werd hij in 1936 inspecteur en ten slotte hoofdinspecteur van het Lager Onderwijs.
Hij werd vooral een meester van het aforisme. Zijn aforismen werden vertaald in het Russisch, Zuid-Afrikaans, Frans, Italiaans en Engels.
Bron Wikipedia
Boeken van Julien de Valckenaere
Zoek binnen de citaten van Julien de Valckenaere naar deze woorden:
Citaten 1 t/m 10 van 111.
-
Een leven vol wijsheid maar zonder liefde, is als een zon waaraan een wereld ontbreekt om in haar licht en warmte te gedijen.
― Julien de Valckenaere -
Je moet de vriendschap een weinig tegemoet komen door de vriend af en toe een eindje uit de weg te gaan.
― Julien de Valckenaere -
Wijsheid is: meer vreugde beleven aan tien vogels in de lucht dan aan één in de hand.
― Julien de Valckenaere -
Wie een vrouw van 40 verwisselt tegen twee van 20 kent noch de waarde van het geld noch die van vrouwen.
― Julien de Valckenaere -
Wat een dief neemt is niet zo erg als wat hij velen brengt: de levenslange vrees bestolen te worden.
― Julien de Valckenaere -
Humor: de glimlach van iemand die weet hoe weinig er te lachen is.
― Julien de Valckenaere -
Vlinder: zonnestraal met vrijaf.
― Julien de Valckenaere -
De mooiste bloemen en sappigste vruchten groeien op onder gedolven mesthopen.
― Julien de Valckenaere -
Een goed mens staat in het leven als in een kooi waar de leeuwen niet toespringen, omdat ze over hun verbazing niet heen raken.
― Julien de Valckenaere