Citaten van Petrus Augustus de Génestet

Petrus Augustus de Génestet

Petrus Augustus de Génestet

Nederlands theoloog en dichter

Leefde van: 1829 - 1861

Categorie: Theologen en geestelijken | Dichters (Nederlands) | Dichters (Hedendaags) Land: FlagNederland

Geboren: 21 november 1829 Gestorven: 2 juli 1861

Citaten 21 t/m 28 van 28.

  • De kunst is, met een milden lach, als streedt ge niet, te strijden.
    Petrus Augustus de Génestet
    - +
     0
  • Een rijke taal, vol geest en ingehouden tranen, vol zin, ook zeer geschikt tot leren en vermanen, mits maar de vrienden haar verstaan, want velen klinkt ze als Grieks, voor and'ren weer profaan.
    Petrus Augustus de Génestet
    - +
     0
  • Gelukkig hij en vrij en vroed, die neen durft zeggen, neen,
    Bron: Neen
    Petrus Augustus de Génestet
    - +
     0
  • Het gevoelloos hart en het dwaze hoofd alleen, spot met het geloof en zijn verborgenheden.
    Petrus Augustus de Génestet
    - +
     0
  • Levenslust is 't ware leven, is het liefelijkste goed, dat de lachende aard kan geen van haar weelde en overvloed.
    Petrus Augustus de Génestet
    - +
     0
  • Poëzie schuilt overal,
    overal mijn vrinden!
    't Is de vraag maar, wie haar al,
    wie ze niet kan vinden.
    Petrus Augustus de Génestet
    - +
     0
  • Werken en denken en leren is leven, wie hier niet werkt, is zijn plekjen op aard', wie daar niet denkt, is het leven niet waard.
    Petrus Augustus de Génestet
    - +
     0
  • Zachtheid is de kracht der zwakken, is haar scepter en haar zwaard.'T bloempje dat een zucht zou knakken, beeft en buigt en blijft gespaard.
    Petrus Augustus de Génestet
    - +
     0
De beste Petrus Augustus de Génestet citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 3)

Over Petrus Augustus de Génestet

Petrus Augustus de Génestet (Amsterdam, 21 november 1829 – Rozendaal, 2 juli 1861) was een Nederlands dichter en theoloog.

Petrus Augustus de Génestet verloor zijn ouders op jeugdige leeftijd, waarna hij werd opgenomen in het gezin van zijn oom en voogd, de schilder Jan Adam Kruseman. Aan het Amsterdamse Atheneum en het Seminarium der Remonstrantse Broederschap vormde hij zich tot predikant. In maart 1852 werd hij dominee te Moordrecht en in december van datzelfde jaar te Delft, de stad waar ook nu nog de, naar hem vernoemde, Genestetkerk staat. In 1859 moest hij wegens zijn zwakke gezondheid ontslag nemen als predikant. Hij vestigde zich toen in Amsterdam, maar hij bracht de zomers grotendeels door in Bloemendaal.

De Génestet was populair, wat vooral te danken was aan zijn humoristische en ontroerende gedichten die toegankelijk zijn voor een breed publiek. Maar ook godsdienst was een belangrijk thema in zijn gedichten. De Génestet was vrijzinnig-protestant, maar hij neemt even scherp stelling tegen de oppervlakkige vrijzinnigheid als tegen de steile onverdraagzaamheid. Samen met Nicolaas Beets wordt hij gezien als een deel van de Nederlandse navolging van het Byronisme.

In zijn korte leven - De Génestet werd slechts 31 - heeft hij slechts een beperkt aantal gedichten kunnen schrijven. Deze werden na zijn dood gebundeld uitgeven onder de titel "Dichtwerken".

Bron Wikipedia