Citaten van Plato

Plato

Plato

Grieks filosoof

Leefde van: 427 v. Chr. - 347 v. Chr.

Categorie: Filosofen Land: FlagGriekenland

Citaten 31 t/m 40 van 79.

  • De wijze moet in de eerste plaats voor zichzelf wijs zijn.
    Bron: Hippias Maior 283
    Plato
    - +
    +18
  • Het oor moet niets versmaden maar niet terstond alles geloven.
    Bron: Phaedrus
    Plato
    - +
    +18
  • Wat u bent, klinkt zo luid dat ik uw woorden nauwelijks kan verstaan.
    Plato
    - +
    +18
  • Als men vele zaken aanvat, slaagt men in geen enkele.
    Bron: Respublica 394
    Plato
    - +
    +16
  • Een staat zal gelukkig zijn, waar wijsgeren koningen zullen zijn of koningen wijsgeren.
    Plato
    - +
    +16
  • Laat niemand, die niet aan wiskunde heeft gedaan, mijn huis binnenkomen.
    Plato
    - +
    +16
  • Als de ziel vertrekt in een toestand van zuiverheid, geen enkele onzuiverheid meeneemt die gemakkelijk blijft kleven, waaraan tijdens het leven nooit willens en wetens is meegedaan, maar die vermeden is, zichzelf in zichzelf verzameld heeft en deze scheiding van het lichaam tot doel en studie maakt... welnu, als de ziel zo klaar is vertrekt ze naar het onzichtbare gebied van het Goddelijke, het Onsterfelijk en het Wijze.
    Plato
    - +
    +15
  • Het recht is niets anders dan wat nuttig is voor de sterkste.
    Bron: Respublica 1, 12, 338
    Plato
    - +
    +15
  • De gevaren waarin anderen verkeren kunnen van nut zijn voor behoedzamen.
    Origineel: Cautis pericula prodessa aliorum solent.
    Bron: Phaedrus
    Plato
    - +
    +14
  • Velen zijn geroepen maar weinig uitverkoren.
    Bron: Phaedo 69
    Plato
    - +
    +13
De beste Plato citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 4)

Over Plato

De grootste Griekse filosoof. Grieks denker die zijn filosofie in dialogen tussen zijn leermeester Socrates en diens gesprekspartners vervatte. Hij stamde uit een voorname familie, was leerling van Cratylus van Athene, van Socrates en na diens dood (399) van Euclides van Megara. Op zijn reizen leerde hij Dionysius I van Syracuse kennen, aan wiens hof hij vertoefde. Rond 387 v.C. stichtte hij de Academie, een school te Athene. Aristoteles zou bijna 20 jaar aan deze school verbonden blijven. Plato reisde nog tweemaal naar Sicilië, waar hij tevergeefs trachtte zijn ideale staat te verwezenlijken.
Na zijn dood werd hij opgevolgd in de Academie door zijn neef Speusippus, terwijl zijn leerling Aristoteles zijn eigen weg ging. In tegenstelling tot Aristoteles, zijn alle geschriften van Plato bewaard gebleven.
Plato zocht naar onbetwijfelbare kennis niet in deze wereld, maar voorbij deze wereld in het rijk van de Vormen, ook wel paradigma’s genoemd. Deze vormen zijn het onveranderlijke wezen der dingen. Goedheid, Rechtvaardigheid en Waarheid. Kennis van de vormen is het hoogste doel voor de mens en is mogelijk doordat de ziel, voor de afdaling in een lichaam, de vormen heeft aanschouwd en deze kennis nog rudimentair in zich draagt. Zijn belang kan moeilijk overschat worden. Volgens Bertrand Russell kan men de gehele westerse filosofie als een verzameling voetnoten bij zijn werk opvatten.