Citaten van A. Schopenhauer

A. Schopenhauer

A. Schopenhauer

Duits filosoof

Leefde van: 1788 - 1860

Categorie: Filosofen Land: FlagDuitsland

Geboren: 22 februari 1788 Gestorven: 21 september 1860

Citaten 111 t/m 120 van 162.

  • Geen wetenschap maakt zoveel indruk op de menigte als de astronomie.
    Origineel: Keine Wissenschaft imponiert der Menge so sehr, wie die Astronomie.
    Bron: Parerga und Paralipomena (1851) II,6
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
  • Gelijkenissen zijn van grote waarde; als ze een onbekende relatie toeschrijven aan een bekende.
    Origineel: Gleichnisse sind von großem Werte; sofern sie ein unbekanntes Verhältnis auf ein bekanntes zurückführen.
    Bron: Parerga und Paralipomena (1851) II, 23
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
  • Het is echt ongelooflijk, hoe betekenisloos en onbeduidend, van buitenaf gezien, en hoe dof en zinloos, van binnenuit gezien, het leven van de overgrote meerderheid der mensen vervliegt.
    Origineel: Es ist wirklich unglaublich, wie nichtssagend und bedeutungsleer, von außen gesehn, und wie dumpf und besinnungslos, von innen empfunden, das Leben der allermeisten Menschen dahinfließt.
    Bron: Die Welt als Wille und Vorstellung (1819) I, 4
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
  • Het is zo veel makkelijker om te weerleggen dan te bewijzen, omverwerpen dan opstellen.
    Origineel: So sehr viel leichter ist widerlegen, als beweisen, umwerfen, als aufstellen.
    Bron: Die Welt als Wille und Vorstellung (1819)
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
  • Het leed wegens een onvervulde wens is gering in vergelijking met het berouw: want het eerste staat voor de steeds open, onafzienbare toekomst, het tweede voor het onherroepelijk afgesloten verleden.
    Origineel: Die Pein des unerfüllten Wunsches ist klein, gegen die der Reue: denn jene steht vor der stets offenen, unabsehbaren Zukunft; diese vor der unwiderruflich abgeschlossenen Vergangenheit.
    Bron: Parerga und Paralipomena (1851) II, 26
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
  • Het lot is wreed en mensen zijn zielig.
    Origineel: Das Schicksal ist grausam und die Menschen sind erbärmlich.
    Bron: Parerga und Paralipomena (1851) I, 2
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
  • Het zou goed zijn boeken te kopen wanneer je de tijd om ze te lezen erbij kon kopen, maar meestal verwar je het kopen van boeken met het verwerven van hun inhoud.
    Origineel: Es wäre gut Bücher kaufen, wenn man die Zeit, sie zu lesen, mitkaufen könnte, aber man verwechselt meistens den Ankauf der Bücher mit dem Aneignen ihres Inhalts.
    Bron: Parerga und Paralipomena (1851) II,24
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
  • Hoop is de verwarring tussen de wens van een gebeurtenis en de waarschijnlijkheid ervan.
    Origineel: Hoffnung ist die Verwechselung des Wunsches einer Begebenheit mit ihrer Wahrscheinlichkeit.
    Bron: Parerga und Paralipomena (1851) II, 26. Psychologische Bemerkungen
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
  • Iedere avond zijn we een dag armer geworden.
    Origineel: Jeden Abend sind wir um einen Tag ärmer.
    Bron: Parerga und Paralipomena (1851) II, 11
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
  • Ik heb wel nagegaan en begrepen wat een heilige is, maar ik heb nooit gezegd dat ik er één ben.
    Origineel: Ich habe wohl ergründet und gelehrt, was ein Heiliger sei, aber ich habe nie gesagt dass ich einer wäre.
    Bron: Brief aan Frauenstadt, 1852
    A. Schopenhauer
    - +
    +3
De beste A. Schopenhauer citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 12)

Over A. Schopenhauer

Duits filosoof, was de zoon van een koopman. Zijn moeder (Johanna) en zijn zuster (Adèle) werden bekend als romanschrijfsters. Hij werd door zijn vader voor de handel bestemd, maar na diens zelfmoord in 1805 volgde Schopenhauer zijn eigen wens door in enkele jaren het gymnasiumprogramma in te halen en aan de universiteiten van Göttingen en Berlijn natuurwetenschappen en filosofie te studeren. In 1813 promoveerde hij in Jena en in de daaropvolgende jaren schreef hij zijn hoofdwerk, Die Welt als Wille und Vorstellung, waarna hij in 1820 in Berlijn als privaatdocent werd toegelaten. Door zijn zelfverzekerde en agressieve houding vooral ten opzichte van Georg Wilhelm Friedrich Hegel kreeg hij nauwelijks toehoorders, zodat hij in 1831 bij de cholera-epidemie Berlijn verliet om er nooit meer terug te keren. Hij bleef verder in Frankfurt wonen, waar hij leefde van de erfenis van zijn vader. Pas in 1853 werd hij beroemd, na een artikel over hem in de Westminster Review, dat ook in Duitsland verscheen. Met het politiek gebeuren liet hij zich niet in: zijn uitlatingen hierover doen hem als conservatief en antirevolutionair kennen.