Citaten van Adriaan Roland Holst

Adriaan Roland Holst

Adriaan Roland Holst

Nederlands schrijver

Leefde van: 1888 - 1976

Categorie: Schrijvers (Nederlands) | Schrijvers (Hedendaags) Land: FlagNederland

Geboren: 23 mei 1888 Gestorven: 5 augustus 1976

Citaten 21 t/m 26 van 26.

  • Een waar kunstenaar neemt zijn succes als een lintje, dat hij niet draagt.
    Adriaan Roland Holst
    - +
    +2
  • Het ritme is het enige dat alle kunsten gemeen hebben.
    Adriaan Roland Holst
    - +
    +1
  • Sinds de relativiteit absoluut werd, is het hek van de dam.
    Adriaan Roland Holst
    - +
    +1
  • De gelijkheid is oncreatief. Daarom is de kunst van aard ondemocratisch.
    Adriaan Roland Holst
    - +
     0
  • O, het lachen van een kind
    voor de wereld en na haar einde
    van een kleine blinkende wind
    vertelt het, die eens uitgezonden
    zal worden over trots en pijn,
    totdat Babylon en Londen
    vergeven en vergeten zijn.
    Bron: Gedicht: Van een kind
    Adriaan Roland Holst
    - +
     0
  • Vooruitgang en achteruitgang worden steeds meer synoniem, zoals kunst en puin het overal haast al zijn.
    Adriaan Roland Holst
    - +
     0
De beste Adriaan Roland Holst citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 3)

Over Adriaan Roland Holst

Adriaan Roland Holst groeide op in het Gooi. Hij ging naar de middelbare school naar de 'Hilversumse HBS' (de school is nu naar hem vernoemd en heet het A. Roland Holst College) en studeerde van 1908-1911 Keltische Letteren in Oxford. Al op twintigjarige leeftijd wist hij gedichten te plaatsen in het literaire tijdschrift De XXste Eeuw. In 1911 verscheen zijn debuut in boekvorm, de bundel Verzen. In zijn volgende bundels De belijdenis van de stilte en Voorbij de wegen is zijn eigen stem al tot volle wasdom gekomen. De gedragen verzen getuigen van een romantisch verlangen, van mythologie en van verheven eenzaamheid. Deirdre en de zonen van Usnach (1920), dat verscheen in de bibliofiele serie Palladium, is een poëtisch verhaal in een Keltische wereld. Het wordt nog steeds veel gelezen. In 1918 ging Roland Holst in Bergen wonen, waar zijn woonhuis thans bij toerbeurt wordt bewoond door verschillende schrijvers en dichters. Hij had talloze literaire vrienden, zoals Menno ter Braak, J.C. Bloem, E. du Perron, J. Slauerhoff, M. Vasalis en Victor van Vriesland. Verder had hij contact met de schilder Carel Willink, die in 1948 in opdracht van het ministerie van onderwijs kunsten en wetenschappen een portret van hem schilderde.

Bron Wikipedia