Citaten van Simon Carmiggelt

Simon Carmiggelt

Simon Carmiggelt

Nederlands schrijver

Leefde van: 1913 - 1987

Categorie: Schrijvers (Nederlands) | Schrijvers (Hedendaags) Land: FlagNederland

Geboren: 7 oktober 1913 Gestorven: 30 november 1987

Citaten 51 t/m 60 van 97.

  • Zij droeg een door reptielen bijeengestorven handtas.
    Simon Carmiggelt
    - +
    +18
  • Het is prettig tegen beesten te praten, ze hebben nooit een antwoord en vinden alles goed.
    Simon Carmiggelt
    - +
    +17
  • Dikke veertigers kunnen twee dingen doen: trimmen, of op zoek gaan naar een kleermaker met takt.
    Simon Carmiggelt
    - +
    +16
  • We zouden eigenlijk altijd vakantie moeten hebben. We zijn ervoor geschapen. Maar waar moet je dan nog naar verlangen?
    Simon Carmiggelt
    - +
    +15
  • Alleen onder de zes maanden hebben mensen gelijk.
    Simon Carmiggelt
    - +
    +14
  • Kunstenaar is nog de enige onbeschermde titel in ons diplomaland. Je kunt het van de ene op de andere dag worden, door een eenvoudig wilsbesluit.
    Simon Carmiggelt
    - +
    +14
  • Mijn waarnemingen zijn zelden waar, toch blijf ik ze nemen.
    Simon Carmiggelt
    - +
    +14
  • Wie bij het zien van zijn vrouw aan Picasso denkt, kan best een advocaat bellen.
    Simon Carmiggelt
    - +
    +14
  • Conferentie: een nogal dik woord voor een samenkomst met een kopje thee, een koekje en een communiqué, waarheen men eigenlijk net zo goed een loopjongen sturen kan.
    Simon Carmiggelt
    - +
    +13
  • Er valt op deze wereld niets te lachen, maar als je daar nu maar van uitgaat, valt er nog een hoop te lachen.
    Simon Carmiggelt
    - +
    +13
De beste Simon Carmiggelt citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 6)

Over Simon Carmiggelt

Simon Johannes Carmiggelt (Den Haag, 7 oktober 1913 – Amsterdam, 30 november 1987) was een Nederlandse schrijver, vooral bekend van zijn dagelijkse cursiefjes (Kronkels) in Het Parool en door zijn televisie-optredens. Carmiggelt groeide op in zijn geboortestad Den Haag, waar hij zich in de praktijk bekwaamde in het journalistenvak, aanvankelijk onbezoldigd. Eind 1931 werd hij aangenomen als journalist bij de Haagse editie van Het Volk, die de titel Vooruit voerde. Aan deze krant was ook Carmiggelts vier jaar oudere broer Jan verbonden. Carmiggelt schreef niet alleen toneelrecensies en verslagen van kleine rechtszaken, maar vanaf 1936 ook de rubriek Kleinigheden, die als voorloper van de latere Kronkels beschouwd kan worden. Op het eind van zijn leven ontwikkelde hij ouderdomsdiabetes, die hij niet naar behoren verzorgde, ook al vanwege het feit dat zijn snel blind wordende vrouw nogal wat verzorging nodig had. Mogelijk was het drankprobleem uit zijn verleden hier mede oorzaak van, hoewel Carmiggelt zich sinds 1978 van sterkedrank onthield. Zijn diabetes kreeg hij niet onder controle met als gevolg dat hij in de herfst van '87 in het ziekenhuis terechtkwam en de dag na zijn ontslag een hartinfarct kreeg. Na revalidatie in het Prinsengrachtziekenhuis kon hij weer naar huis, waar hij enkele weken later, in de laatste nacht van november, in zijn slaap aan een tweede infarct overleed.

Bron Wikipedia