Citaten uit Aldus sprak Zarathoestra van Friedrich Nietzsche

Citaten 51 t/m 60 van 207.

  • Alles kauwen en verstouwen - dat is een echte zwijnenmanier!
    Origineel: Alles aber kauen und verdauen – das ist eine rechte Schweine-Art!
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
  • De mens is moeilijk te ontdekken, voor zichzelf nog het moeilijkst; vaak liegt de geest over de ziel.
    Origineel: Der Mensch ist schwer zu entdecken und sich selber noch am schwersten; oft lügt der Geist über die Seele.
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
  • De schoonheid van de Übermensch kwam tot mij als schaduw. Ach, mijn broeders! Wat gaan mij nog de goden aan!
    Origineel: Des Übermenschen Schönheit kam zu mir als Schatten. Ach, meine Brüder! Was gehen mich noch – die Götter an!
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
  • De tijd komt, waarin de mens geen ster meer kan voortbrengen. De tijd komt van de verachtelijkste mens, die zichzelf niet verachten kan. Ziet! Ik toon u de laatste mens.
    Origineel: Es kommt die Zeit, wo der Mensch keinen Stern mehr gebären wird. Wehe! Es kommt die Zeit des verächtlichsten Menschen, der sich selber nicht mehr verachten kann. Seht! Ich zeige euch den letzten Menschen.
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
  • Eens heeft de duivel aldus tot mij gesproken: "Ook God heeft zijn hel; dat is zijn liefde tot de mensen."
    Origineel: Also sprach der Teufel einst zu mir: "Auch Gott hat seine Hölle: das ist seine Liebe zu den Menschen"
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
  • Gij zijt de weg van worm tot mens gegaan, en veel in u is nog worm. Eenmaal waart gij aap en ook nu nog is de mens meer aap dan welke ook.
    Origineel: Ihr habt den Weg vom Wurme zum Menschen gemacht, und Vieles ist in euch noch Wurm. Einst wart ihr Affen, und auch jetzt noch ist der Mensch mehr Affe, als irgend ein Affe.
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
  • Het grote in de mens is; dat hij een brug is en geen doel; wat bemind kan worden in de mens, is dat hij een overgang is een ondergang.
    Origineel: Was groß ist am Menschen, das ist, daß er eine Brücke und kein Zweck ist: was geliebt werden kann am Menschen, das ist, daß er ein Übergang und ein Untergang ist.
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
  • Het leven is een bron van vreugde; doch waar het gepeupel meedrinkt, zijn alle bronnen vergiftigd.
    Origineel: Das Leben ist ein Born der Lust; aber wo das. Gesindel mit trinkt, da sind alle Brunnen vergiftet.
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
  • Ik zie mijn lot, zeide hij eindelijk met droefenis. Welaan! Ik ben bereid. Zojuist is mijn laatste eenzaamheid begonnen.
    Origineel: Ich erkenne mein Los, sagte er endlich mit Trauer. Wohlan! Ich bin bereit. Eben begann meine letzte Einsamkeit.
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
  • Maar voor u, o Zarathoestra, vloog en toog ik het langst achterna, en al verborg ik mij ook voor u, ik was toch uw beste schaduw, overal waar gij gezeten hebt, zat ik ook.
    Origineel: Dir aber, oh Zarathustra, flog und zog ich am längsten nach, und, verbarg ich mich schon vor dir, so war ich doch dein bester Schatten: wo du nur gesessen hast, sass ich auch.
    Bron: Aldus sprak Zarathoestra
    Friedrich Nietzsche
    - +
    +3
De beste Aldus sprak Zarathoestra van Friedrich Nietzsche citaten, wijsheden, quotes en uitspraken vindt u nu al ruim 20 jaar op citaten.net. (pagina 6)

Over Friedrich Nietzsche

Nietzsche werd in 1844 geboren in een dorpje nabij Leipzig. Hij groeide op in een zeer vroom gezin: zijn vader was dominee en zijn moeder kwam uit een domineesfamilie. Na de dood van zijn vader in 1849 verhuisde Nietzsche met zijn moeder en zusje naar Naumburg, alwaar hij in 1854 naar het gymnasium ging. In 1864 begon hij met studeren aan de universiteit van Bonn. Al tijdens zijn schooltijd had Nietzsche een grote belangstelling voor de klassieke oudheid. Aan de universiteit van Leipzig leerde hij het werk van Schopenhauer kennen, die een grote invloed op Nietzsche heeft gehad. Nietzsche werd in 1870 gevraagd hooglereaar in de klassieke filologie te worden aan de universtiteit van Basel. Door een verslechterende gezondheid was hij in 1877 genoodzaakt te stoppen met werken. De toelage die hij ontving van de universiteit stelde hem desondanks in staat om aan zijn boeken te werken. Op 45 jarige leeftijd, stortte hij, tijdens een verblijf in een pension in Turijn, geestelijk in. Hij leek ieder besef van realiteit verloren te hebben. Tot zijn dood in 1900 bleef hij in deze toestand: hij zou niet meer genezen. Dat zijn zuster Elizabeth, een fervent nationaal-socialist, hierdoor verantwoordelijk werd voor zijn nalatenschap heeft zijn imago geen goed gedaan.